Rouw

Vandaag zag ik mama na 3 weken terug. Ik had moeten inschatten dat ze niet meer dezelfde zou zijn als toen ik haar de laatste keer zag.
Bram was met haar naar het ziekenhuis geweest ter voorbereiding van de bestraling. Mama had tegen de verpleegster gezegd dat hij haar broer was. Je zou kunnen denken, ze heeft zich misschien versproken. Onderweg terug in de auto vroeg Bram, “Ben ik jouw broer?”
“Ja.”
Het duurde minuten voor ze doorhad dat dit niet zo was.
“Mijn naam is Bram en ik ben jouw …..”
“Zoon.”
Oef. Ja, mama.
Dan begin je weer te relativeren. Misschien had ze zich gewoon vergist tussen het woord broer en zoon. Misschien bedoelde ze het juist maar kwam het er verkeerd uit. Misschien…

Tot ik haar zag vandaag. De woorden kwamen heel moeilijk. Het leek ook alsof ze bij elke stap door haar rechterbeen ging. Vanaf ik haar arm losliet, greep ze rond zich alsof ze onmiddellijk volledig gedesoriënteerd was.
Terug in de Orchidee, werd ze naar haar kamer begeleid. Voor ze vertrok, keek ze om naar mij. Ik probeerde haar blik te lezen. Wat wou ze me zeggen?
‘Het is oké, ga maar’ of ‘Pak me alsjeblief vast’ of misschien projecteerde ik mijn eigen emotie in haar blik. Dat was, pak me alsjeblief vast. Heel dicht. Zo dicht mogelijk. Want nee, op dat moment was ik niet oké.

De verantwoordelijke sprak me aan, ik brak. Ze bevestigde dat ook zij merken dat ze achteruit gaat. Na even te wenen en te roepen in mijn auto op de parking, moest ik naar huis. Door een aantal positief geteste buren van mama, mag ze momenteel geen bezoek ontvangen. Ik mis het om met de kindjes bij mama langs te gaan. Ik mis het om met mama te wandelen. Ik mis het om met mama in het parkje te zitten, voor de regen te schuilen, een koffie te drinken. Ik mis mijn mama. Waarschijnlijk voor velen herkenbaar in deze rare tijden.

Rouwen om iemand die nog leeft. Op dagen als vandaag voelt deze pijn als een stuk glas die heel traag uit een open wonde wordt getrokken. Tergend traag. Het is alsof iemand wil nagaan hoeveel je nog aankan.

Onderweg naar huis vertelde ik mezelf dat ik dankbaar moet zijn dat mama er nog is. Wat zijn een paar dagen, een paar weken zonder haar, als je wéét dat je haar dan toch terug zal kunnen vastpakken. Ze is er nog. Niet meer helemaal. Elke dag een beetje minder. Maar ze is er nog.

Eén opmerking over 'Rouw'

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: