Mama kwam zwaar ten val en werd opgenomen in het ziekenhuis. De behandelende arts vroeg ons op gesprek afgelopen donderdag. Diezelfde dag mochten we voor het eerst die week op bezoek bij mama. Ik schrijf we, maar slechts één persoon was toegelaten in mama haar kamer. Na vijf dagen in een ziekenhuiskamer nam ik haar mee naar buiten, achter het gebouw waren we alleen aan het water. We keken samen in knuffelhouding naar de eendjes die over en weer fladderden en de auto’s die over de autostrade raasden.
Uit het niets zei mama, “Ik kan niet goed meer praten”.
“Nee mama, dat klopt.”
“Waarom”, vroeg ze me.
Misselijkheid overviel me.
Wat antwoord je op die vraag? Vertel je de waarheid, of geef je een verbloeming?
Ik hield me vast aan de afspraak die we van in het begin maakten. Mama had ons gezegd altijd open en eerlijk te zijn en alles met haar te overleggen.
“De dokter stelde een vorm van dementie vast, mama. Het is door die dementie dat je niet goed meer kan praten en stappen. Daarom verblijf je in de Rozelaar.”
Met haar mond wagenwijd open hapte ze naar adem. Met haar ogen groot van angst en ongeloof keek ze me aan. We vielen huilend in elkaars armen.
“Het is oké, mama, het is oké.”
Ik gooide me bijna op haar om haar, zittend in die rolstoel, helemaal te kunnen omarmen.
Uit het niets kwam haar vraag , op dezelfde manier was het moment weg. Haar hersenen versprongen van kronkel.
“Bram?”, wijzend naar een grijzende man die onze richting uitkwam.
“Nee mama, dat is Bram niet maar kom, we gaan hem zoeken.”
Ik ging nog net niet door mijn knieën terwijl ik de rolstoel van me weg draaide zodat ze mijn tranen niet kon zien.
Met twee mochten we bij de arts. Ik weet niet hoe we er steeds in slagen ons goed te houden tijdens die moeilijke gesprekken. Soms voel ik me een actrice in een wel zeer slechte film.
De arts deelde ons mee dat de situatie dramatisch is voor iemand van 62 jaar.
“Wat bedoel je daarmee?”
“Ze is in de eindfase. “
Ik keek naar Bram die even goed, of slecht, als mij acteerde alsof we zelf die optelsom reeds gemaakt hadden. Onze hoop dat mama Griet haar bevallingsdatum in mei zou halen verkleinde hij tot ijdele hoop.
Mama mocht de dag nadien terug naar de Rozelaar.
We blijven hopen. De ene acteur een beetje meer dan de andere. We gunnen elkaar ook die hoop. De ene zien hopen, vergroot de hoop van een ander. En als we samen hopen, misschien kan die ijdele hoop dan toch realiteit worden.



Zo aandoenlijk , mama is niet meer te herkennen. Wat fijn dat jullie er zijn voor haar . X
LikeLike