Zonneklopper

“iemand die graag en veel in de zon ligt; zonaanbidder”

We kunnen mama niet beter omschrijven. Ze aanbidt de zon. En de zon aanbidt mama. Elk seizoen ziet mama eruit alsof het zomer is.

We hadden het geluk op te groeien in een huis met een tuin. Er was een terras met een basketdoel aan de muur. Daar leerde papa ons dribbelen, oefenden we ons shot, speelden we 1on1’s en verloren we al snel van onze kleine broer.
De peren- en pruimenboom in de tuin waren de palen van ons voetbalgoal. De appelboom had meer geluk, die stond te dicht bij de ramen van de veranda.
De tuin werd omringd door een haag. Een wegje, door ons gemaakt, bood toegang tot het veld achter ons huis. Soms gaf het veld ons aardappelen. Soms was het een maïsspeelveld. Soms verloren de veldmuizen hun weg en kwamen zij bij ons terecht. Tijdens een ochtendrush stonden mama en ik in de keuken toen zo’n muisje de ruimte kruiste. Mama tierde uit alle macht. Uit verschot van haar getier, meer dan van de angst voor dat koddige muisje, sprong ik op een stoel. Mama stond te trappelen alsof ze met blote voeten op hete kolen stond. Ik riep: “Spring op een stoel!”
“Ik durf niet, ik heb hoogtevrees!!”

Onze tuin was ook het private nudistenplekje van mama. Als we met vrienden langs de garage via de veranda naar binnen wilden, moesten we eerst op de uitkijk gaan om zeker te zijn dat mama fatsoenlijk was. Dan bedekte ze haar borsten met haar vaste accessoire, haar boek. Mama zag je nooit zonder boek. Als ze ook maar even ergens moest wachten, haalde ze haar boek boven. In de wachtkamer bij de dokter, in de auto terwijl ik geld afhaalde, in een time-out van een basketmatch. Nog net niet in een lift.

Je kon mama en haar boek vinden al liggend op het strand, zittend aan de zonnekant van de paravang, of op de nieuwe bankjes aan de spuikom van Blankenberge. Twee jaar terug kochten we een spotter met gps-functie. Via een app zagen we waar mama was, voor het geval ze de weg verloor. Meermaals was het een dankbare hulp om haar handtas te lokaliseren. Steevast waren de paravang en de bibliotheek markeerpunten. Ze geniet nu van haar boek én van de zon op het terras van de Rozelaar, in hun tuin of in het park om de hoek.

Mama zit als een standbeeld met haar gezicht richting de zon. Haar ogen toe. Zo kan ze uren doorbrengen. Die gouden gloed op haar gezicht. Alle rimpels gladgestreken door ontspanning. Een lichte glimlach rond haar mond. Genieten. Heerlijk toch.


3 gedachten over “Zonneklopper

  1. Oh ik glimlach door mijn tranen heen want ik zie ons echt door de garage lopen als 14jarigen terwijl jij roept dat er mensen mee zijn… je mama met haar blonde krullen en een sjaaltje in haar haar.
    Prachtig hoe je ook bij mij herinneringen kan ophalen.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.