Ik was reeds mama van Téo. Het was pas wanneer Estelle geboren werd dat ik de vergelijking tussen Estelle en mij maakte. De dochter van… Mama van…
Tijdens de nachtelijke borstvoedingsmomenten vroeg ik me af of mama ook zo innig van mij had genoten als ik van Estelle. Ik vroeg me af of mijn mama ook vol liefde naar mij had gekeken terwijl ik met mijn buikje vol in slaap viel in haar armen.
Nachtelijke borstvoedingsmomenten stonden soms ook gelijk aan tranen van vermoeidheid en eenzaamheid. Doodop door de gebroken nachten keek ik al wenend naar mijn dochter. Mijn hart in mijn armen. Bundeltje hulpeloosheid die mij op elk moment van de dag en nacht nodig had. Mij uitputte. Op die momenten vroeg ik me ook af of mijn mama, alleen in het midden van de nacht, al wenend naar mij had gekeken. Vol emotie van verdriet en liefde samen.
Als ik die vragen stel aan mama, antwoordt ze steeds hetzelfde. Dan vertelt ze over hoe Griet haar poppen in mijn wieg gooide. Ik weet niet of ze nog herinneringen heeft aan onze kindertijd. Toen we samen naar een foto van Griet, Bram en mij keken na de grote opkuis in september 2019, herkende ze ons niet.
Meer en meer begint het gordijn te vallen waar mama zich achter schuil houdt.
Tijdens haar verblijf in de Rozelaar, belde ik via videocall. Ik toonde Téo. Ze vroeg me, “Wie is dat?” Mijn maag schoot in mijn keel.
Ik toonde Téo nogmaals en vroeg voor alle zekerheid: “Weet je wie dit is mama?”
“Nee, wie is dat?”
“Téo mama, het is Téo, hij wil zwaaien naar oma.”
Onmiddellijk begon ik te verbloemen: slecht licht, schaduw op zijn gezicht, was al laat, donker…
“Haha ja natuurlijk…”, lachte mama het moment weg.
Jérôme had alles gehoord. Ik zag uit mijn ooghoek hoe hij me in de gaten hield.
Het is een volgende stap.
Neem je tijd hé mama, er is geen haast bij. Echt niet.